Sri Lanka beschikt over een hoge graad van biodiversiteit. Het eiland is samen met de westelijke Ghats van India, door het Conservation International geïdentificeerd als een van de 34 hot-spots van de biodiversiteit in de wereld. Bovendien is het Sinharaja Forest Reserve, het laatste levensvatbare gebied van primair tropisch regenwoud van het land. Deze is uitgeroepen tot UNESCO-werelderfgoed.

Een safari in een van de 14 nationale parken biedt een enorme kans om een aantal van Sri Lanka’s 91 zoogdieren te zien zoals: olifanten, luipaarden, lippenberen, Sri Lankaanse Sambar herten, gevlekte herten, wilde zwijnen, stekelvarkens, miereneters, civetkatten, lori’s, reuzeneekhoorns, en apen zoals de makaak, taque-aap en de grijze langoer.Het eiland is ook een paradijs voor vogel spotters, met meer dan 233 inheemse soorten maar migrerende soorten breiden het aantal uit tot een verbazingwekkende 482 soorten. Er zijn 171 reptielensoorten, waaronder twee krokodillensoorten en 83 slangensoorten. De laatste jaren zijn er steeds meer amfibieën ontdekt. Tegen de tijd dat u dit leest zal het aantal van 106 ongetwijfeld gestegen zijn.

Zelfs de wateren rond het eiland zijn ongewoon voor een continentaal eiland. Op die manier is de zee langs de kustlijn erg diep, zodat blauwe vinvissen en grote groepen potvissen dicht genoeg bij de kust kunnen zwemmen om ze met het blote oog te zien. Sri Lanka staat zelfs in de top drie landen ter wereld om ze te zien, vooral tijdens de jaarlijkse migratie tussen de Golf van Bengalen en de Arabische Zee, via de kust van Sri Lanka. De kustlijn is ook een vitale habitat voor onder meer zeeschildpadden, dolfijnen en haaien, en heeft een aantal gezonde koraalriffen.